
De onverkwikkelijke bladzijde over Gent, waar zij en de N-VA uit het stadsbestuur werden gehouden, heeft ze ondertussen omgeslagen. Anneleen Van Bossuyt (45) blijft in de Arteveldestad fractievoorzitter en leider van de oppositie, maar sinds februari is ze ook minister van Asiel en Migratie. “It’s not a job, it’s an experience”, zegt ze over de taak die Bart De Wever haar toevertrouwde en haar carrière. Door de hervorming van de pensioenen, de vele stakingen, Gaza of het vergrootglas dat nu op Defensie ligt, stond ze voorlopig nog in de schaduw van haar partijgenoten in Arizona: Bart De Wever, Jan Jambon of Theo Francken. Maar gezien “het strengste asielbeleid ooit” – zegt de regering – en de enorme besparingen die Van Bossuyt moet doorvoeren, zou daar wel eens snel verandering in kunnen komen.
U moet deze legislatuur maar liefst 1,6 miljard besparen. Gaat dat ooit lukken?
Anneleen: “Het doel is duidelijk: de instroom doen dalen en de uitstroom verhogen, zodat je een humane opvang kunt geven aan de mensen die het echt nodig hebben. Als je dat doet, zal dat voor een grote besparing zorgen, omdat je dan ook minder opvang nodig hebt. We zullen zien waar we uitkomen, maar voor ons is het duidelijk: er komen geen opvangplaatsen bij deze legislatuur.”
Deze week was er veel commotie over de besparingen op Fedasil, de instantie die instaat voor de opvang. Tegen 2029 zal die maar 20 procent van het budget meer overhouden. Da’s enorm.
Anneleen: “Ja, maar we willen er echt alles aan doen om migratie opnieuw onder controle te krijgen. We hebben in het regeerakkoord afgesproken dat we eerst de instroom gaan beperken en als dat lukt, gaan we de opvang afbouwen.”
Er zijn nu zo’n 35.000 opvangplaatsen. U wilt naar 11.000 gaan?
Anneleen: “Ik ga daar geen cijfer op plakken. We moeten er gewoon voor zorgen dat er minder mensen binnenkomen.”
Er slapen nu nog altijd mensen op straat. Met minder plaatsen, gaat dat nog erger worden.
Anneleen: “Er is nog een wachtlijst bij Fedasil, maar die vermindert. Veel mensen vinden onderdak bij vrienden en familie. Wanneer de cijfers dalen, zal er wel genoeg plaats zijn. Vorig jaar waren er 40.000 asielaanvragen en bijna de helft daarvan kwam van mensen die al elders een aanvraag hadden ingediend of zelfs al bescherming kregen. Als zij niet meer in de opvang zitten, kom je in een compleet andere situatie te zitten. We hebben overigens ook al crisismaatregelen genomen. Als je in een andere lidstaat al bescherming kreeg, zal er geen plaats meer zijn in de opvang. En wiens aanvraag in het buitenland al is afgewezen, diens aanvraag zal hier onontvankelijk zijn. Dat zal al veel veranderen.”