Wie in ons land als vluchteling erkend is, kan onder voorwaarden aanspraak maken op een leefloon. In het regeerakkoord spraken de federale meerderheidspartijen af dat het meewerken aan een versterkt integratietraject een van de nieuwe voorwaarden wordt die in rekening wordt gebracht om de hoogte van het leefloon te bepalen.

Minister van Asiel en Migratie Anneleen Van Bossuyt werkt aan de uitwerking van die nieuwe regels. Er was onder meer overleg nodig met de deelstaten, want die zijn bevoegd voor het integratietraject. ‘Ik heb erover gesproken met Waals minister-president Adrien Dolimont (MR) en Vlaams minister van Binnenlands Bestuur Hilde Crevits (CD&V) en zij zijn er voorstander van nog voor het einde van het jaar een wetsontwerp op tafel te leggen.’

Taal leren en werk zoeken

Het blijft de bedoeling dat erkende vluchtelingen - mensen die op de vlucht zijn om vervolging vanwege hun ras, godsdienst of overtuiging - recht hebben op 100 procent van het leefloon. Maar als ze zich onvoldoende integreren - door de taal onvoldoende te spreken of onvoldoende inspanningen te doen om werk te vinden - kan het leefloon dalen, maakt Van Bossuyt duidelijk.

Voor subsidiair beschermden - mensen die niet voldoen aan de criteria voor een vluchtelingenstatus, maar door bijvoorbeeld een oorlogssituatie in hun land wel in gevaar zijn - worden de regels iets strenger. Het gaat dan bijvoorbeeld over de Oekraïners in ons land. Zij zullen het leefloon niet voor de volle 100 procent krijgen, maar kunnen wel integratiebonussen verwerven als ze voldoende inspanningen doen. 

Om de bonussen te kunnen toekennen, moeten er voldoende opleidingen voorhanden zijn en moet er ook een vorm van controle zijn. Daarvoor is nog overleg aan de gang tussen de federale overheid en de deelstaten.