“Bij heel wat Europese leiders leeft frustratie over de hindernissen waarop we telkens weer stoten bij de aanpak van illegale criminelen die misbruik maken van de openheid van onze samenlevingen. Dit leidt ook tot heel wat ongenoegen bij de Europese bevolking”, legt De Wever uit. “Deze brief is een oproep om die problematiek ernstig te nemen en eindelijk daadkracht te tonen. Ons land is helaas maar al te goed vertrouwd met deze problematiek. Als premier van dit land ondersteun ik deze oproep dan ook voor de volle honderd procent.”

In De Ochtend lichtte minister van Migratie Anneleen Van Bossuyt het initiatief verder toe: “Vandaag slagen we er vaak niet in om illegale criminelen uit te wijzen, net door de manier waarop internationale verdragen toegepast worden.” Ze gaf het voorbeeld van een man die zijn partner zwaar toetakelde in het bijzijn van zijn kinderen. Ondanks het verlies van zijn verblijfsrecht, kan hij niet worden uitgewezen wegens het ‘recht op gezinsleven’.

Recht moet rechtvaardigheidsgevoel volgen

Volgens Van Bossuyt botsen zulke situaties frontaal met het rechtvaardigheidsgevoel van de bevolking: “Iemand die zulke daden pleegt, moeten wij uit ons land kunnen zetten. Wij moeten te allen tijde de veiligheid van onze burgers kunnen beschermen – en dat lukt ons vandaag vaak niet.”

De brief van de negen lidstaten wil geen aanval op mensenrechten zijn, beklemtoont Van Bossuyt. “De oproep is helemaal niet bedoeld om mensenrechten uit te hollen of om een vrijgeleide te krijgen. Het gaat erom die mensenrechten in evenwicht te brengen met de verantwoordelijkheden waar we vandaag voor staan. Wij vragen de mogelijkheid om te beschermen wat essentieel is: de veiligheid van onze burgers.”

“We willen het debat openen”

De minister benadrukt dat de brief een oproep is voor een breder Europees debat. “We vragen een reflectie over hoe we de regels kunnen aanpassen, zónder de fundamenten van het mensenrechtenverdrag aan te tasten. We moeten rechters het juiste juridische kader geven om uitwijzingen mogelijk te maken en onze collectieve veiligheid te beschermen.”

“Mensen begrijpen dit niet meer. En als het rechtssysteem zijn geloofwaardigheid verliest, ondermijnt dat de hele samenleving”, besluit Van Bossuyt.